Doneer Vrijwilligers

Beukenburgerpad

Tijdens deze Klompenpad wandeling van 14,5 km ontdek je het mooie buitengebied van Groenekan en de Bilt. Je loopt vlakbij de stad Utrecht, op de grens van de Utrechtse Heuvelrug en het veenweidegebied. Op het Beukenburgerpad kun je geniet van het slagenlandschap, historische landgoederen, stijlvolle lanen en fort Voordorp.

De eendenkooi van Beukenburg
Begin 19de eeuw is op landgoed Beukenburg een eendenkooi aangelegd, waarvan de vijver een restant is. Een eendenkooi is een heel bijzondere constructie om overvliegende wilde eenden door tamme lokeenden te verleiden om in een stelsel van water[1]gangen te komen, waar ze uiteindelijk door het samenspel van de jager met zijn hondje worden gevangen. De eendenkooi verdween toen het een onderdeel van een bosgebied werd. Op knappe wijze zijn volgens de Engelse landschapsstijl de vroegere watergangen van de eendenkooi omgevormd tot een stelsel van vijvers in het parklandschap.

Fort Voordorp
Fort Voordorp werd in de periode 1867-1871 aangelegd als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Dit is een verdedigingslinie van 85 km lang en bestaat in totaal uit 65 verdedigingswerken, zoals forten, vestingsteden, batterijen en werken. Wanneer Nederland werd aangevallen, werden de polders bij deze verdedigingswerken onder water gezet. De grote steden van ons land lagen achter de linie en waren hierdoor beschermd. Door nieuwe militaire technologische ontwikkelingen verloor de Nieuwe Hollandse Waterlinie haar militaire betekenis en werd in 1963 dan ook opgeheven. Fort Voordorp werd nadien nog vele jaren gebruikt voor munitieopslag.

Meteoriet inslag
Naast Fort Voordorp aan de Voordorpsedijk staat boerderij Eben Haezer. Op 2 juni 1843 werd de rust hier verstoord. Later omschreven mensen uit de omgeving dat het leek of er drie of vier op elkaar volgende explosies waren, die op kanonschoten leken, gevolgd door een angstwekkend fluitend of huilend geluid. Net iets ten westen van de boerderij bleek een meteoriet ingeslagen. Met een gewicht van 7250 gram is het de grootste meteoorsteen die ooit in Nederland werd gevonden. De steen die in het weiland van de toenmalige eigenaar Jan Teunisse Bosch is ingeslagen werd opgedolven door knecht Willem Ooms en wordt ’de Blauwkapel’ genoemd.

Hooge Kampse Plas
De Hooge Kampse Plas is een voormalige zandwinput die jarenlang voor een gedeelte is gebruikt als stortplaats. Door de plas opnieuw in te richten ontstaat er nu een mooi natuurgebied, waar ook de das zich thuis zal blijven voelen. De plas wordt ondieper gemaakt, waardoor er zowel langs de oever als op de bodem meer planten groeien. Vogels zoals grutto, tureluur en scholekster kunnen eten vinden op de eilandjes die worden aangelegd. En in het overjarige rietmoeras kunnen dieren zich verschuilen, zoals de roerdomp.

Familie Copijn
In 1763 kwam Hendrik Copijn naar Groenekan en begon een boomkwekerij. De veengrond in Groenekan is namelijk uitermate geschikt voor het kweken van bomen. Na enkele generaties hielden de Copijnen zich niet alleen bezig met het kweken van bomen, maar ook met tuin- en landschapsarchitectuur en het kweken van vaste planten. De familie Copijn was daarmee van grote betekenis voor de werkgelegenheid in Groenekan. Zowel Jan Copijn (1812-1885) als zijn zoon Hendrik Copijn (1842 -1923), Hendrik IV, behoren tot onze grote landelijke tuinarchitecten. Zij hebben een groot aantal parken ontworpen en aangelegd, zoals het park bij Huize Voordaan (door Jan Copijn) en het Wilhelminapark in Utrecht en het grote park van Kasteel de Haar (door Hendrik IV). In 1966 introduceerde achterkleinzoon J’ørn Copijn ’boomchirurgie’ in Nederland.

Het slagenlandschap
Vroeger was dit een moerassig hoogveengebied dat niet geschikt was voor bewoning. Rond 1350 werd deze omgeving bewoonbaar gemaakt. Een grote klus die systematisch werd uitgevoerd. Eerst werden slootjes gegraven om het gebied te ontwateren en evenwijdig daaraan werd een dijk aangelegd. Loodrecht op die slootjes werden percelen volgens een vaste maat uitgezet: vaak waren die maten 1250 m lang en ongeveer 100 m breed.

Het eind van het perceel moest weer beschermd worden voor wateroverlast uit het nog niet ontgonnen gebied, zodat daar weer een sloot werd aangelegd. In het landschap van nu zien we nog steeds hoe ze toen te werk gingen. Vanaf de Groenekanseweg zie je de gelijkvormige weilanden, loodrecht op de dijk. Dit noemen we het slagenlandschap.

Parkbos van landgoed Voordaan
Landgoed Voordaan is van grote betekenis geweest voor het aanzien en de ontwikkeling van Groenekan. Toen de familie Calkoen in 1774 eigenaar werd, breidde zij het landgoed flink uit en legde een parkbos in de barokstijl aan. Dat is nog te zien aan de lange, rechte lanen die kenmerkend voor de Franse barok zijn. Eigenlijk was de Engelse landschapschapsstijl toen al meer in de mode. Maar Abraham Calkoen was een conservatieve man. Hoewel beperkt, zijn er nog wel sporen van de Engelse landschapsstijl terug te vinden. Zoals de slingerende paden en de grote bosvijver ter hoogte van de hockeyvelden. Na 1860 heeft eigenaar Grothe in het kader van de Duitse landschapsarchitectuur de grote vijverpartijen om het landhuis aangelegd en in het parkbos zijn toen veel beuken aangeplant. Maar van het ooit zo grote parkbos is slechts een klein gedeelte bewaard gebleven.

De Schadeshoeve
Jasper Schade, bestuurder van de provincie Utrecht, kocht in 1651 een boerderij aan de Groenekanseweg. Zijn nakomelingen waren uitsluitend dochters. Waarschijnlijk hebben deze dochters ervoor gezorgd dat de boerderij Schadeshoeve werd genoemd, zodat de familienaam Schade bleef voortbestaan. De boerderij is van een herenboerderij tot een landhuis ontwikkeld. Vele vooraanstaande en rijke families die in die jaren in de stad woonden, kochten boerderijen die zij verpachtten. Enkele families gebruikten hun boerderij als een zomerverblijf en bouwden de boerderij uit tot een herenboerderij. Soms werd deze herenboerderij uitgebreid tot een land[1]huis. Dit was het geval bij de Schadeshoeve. Het landhuis is in 1865 afgebroken. Het landhuis stond op het terrein waar nu de boerderij aan de Groenekanseweg 51 staat.

Ecologische verbindingszone
In Nederland is de natuur versnipperd. Ook in de provincie Utrecht zijn de leefgebieden van allerlei dier- en plantensoorten te klein waardoor de overlevingskansen afnemen. Door een netwerk van natuurgebieden aan te leggen wordt de versnippering tegengegaan. Binnen dit netwerk, de Ecologische Hoofdstructuur, koppelen ecologische verbindingszones bestaande en nieuwe natuur[1]gebieden aan elkaar. Hierdoor wordt het leefgebied van dieren vergroot en plantenzaden kunnen zich verspreiden. In de omgeving van Groenekan hebben dassentunnels er bijvoorbeeld voor gezorgd dat het aantal dassen in dit gebied de laatste jaren spectaculair is toegenomen. Vanwege de aanwezigheid van kwelwater zijn ook bijzondere planten in het gebied te vinden zoals drijvend fonteinkruid, krabbescheer en waterviolier.

Startpunt: Parkeerplaats Groenekanseweg bij het viaduct onder de A27 (ter hoogte van Groenekanseweg 40).

Openbaar vervoer: buslijn 138, halte Groenekan Centrum.