Doneer Vrijwilligers

Grift en Graftenpad

Tijdens de wandeling over het Grift- en Graftenpad kom je doot agrarisch gebied, langs de Laarsenberg en de Grift in het buitengebied van Rhenen. Je loopt door het landschap van de Utrechtse Heuvelrug en de Gelderse Vallei. Het pad dankt haar naam aan de graften op de Laarsenberg. Graften zijn begroeide steilrandjes die een helling verdelen in terrassen. Ze zijn door boeren aangelegd om erosie tegen te gaan.

Langs de Grift liggen graslanden die eeuwenlang last hebben gehad van een hoge grondwaterstand. Tot aan de Tweede Wereldoorlog waren dit natte blauwgraslanden met veel orchideeën, plaatselijk afgewisseld door wilgenstruwelen. Ze waren zo nat, dat de Achterbergse boeren hier slechts één keer per jaar kwamen om te hooien. Na 1945 heeft men de grondwaterstand iets laten zakken. De grond is nog steeds niet zo geschikt om te beweiden door koeien, want de bodem wordt dan te veel in elkaar gedrukt. Op stukken waar toch koeien hebben gelopen, ontstaan nu geregeld waterplassen. Er groeien planten die kenmerkend zijn voor slecht doorlaatbare schrale grond, zoals pitrus en heermoes. In de hooilanden broeden de grutto, kievit en tureluur. En ook de ooievaar is hier al jaren een vaste gast.

Spoorlijn
De spoorlijn dateert uit 1886 en maakte voor de Tweede Wereldoorlog deel uit van een verbinding van Amsterdam, via Amersfoort, Rhenen en Kesteren naar Nijmegen. De viaductjes dateren uit het einde van de 19de eeuw. Ze hebben in tegenstelling tot de spoorbrug bij Rhenen de oorlog doorstaan. Het gedeelte tussen De Haar en Rhenen is in 1981 weer in gebruik genomen. In de eerste weken dat de trein weer reed waren de machinisten nog niet helemaal gewend aan het nieuwe tracé. Op een avond remde een machinist te laat waardoor de trein zich dwars door de wachtkamer van het nieuwe station boorde. Twee oude dames die daar zaten te wachten, kwamen gelukkig met de schrik vrij.

De legende van Cunera
De Cuneraweg maakte rond 1500 onderdeel uit van een belangrijke pelgrimsroute. Cunera was een Engelse prinses die rond 337 n.Chr. een bedevaartstocht naar Rome maakte. Op de terugweg werd zij overvallen, maar gered door koning Radboud. Hij nam haar mee naar zijn kasteel in Rhenen. Cunera was zeer geliefd bij de bevolking, omdat ze het oude brood uit het paleis uitdeelde aan de armen. De jaloerse echtgenote van de koning verdroeg dit niet en wurgde Cunera met haar eigen halsdoek. Ze verborg het lichaam in de paardenstal. Toen de koning thuiskwam, weigerden de paarden de stal in te gaan en al snel werd het lichaam van Cunera gevonden De echtgenote vluchtte en stortte zich van de Grebbeberg. Op het Cuneraheuveltje, de plek waar Cunera werd begraven, voltrokken zich vervolgens allerlei wonderlijke genezingen.

Slag om de Grebbeberg
Op vrijdagochtend 10 mei 1940 begon de oorlog in Nederland. Het Duitse leger was de grens over getrokken en de Nederlandse soldaten vochten hard terug. Bijvoorbeeld bij de Grebbeberg. Daar stonden Nederlandse soldaten en tanks klaar om zich tegen een Duitse legermacht van ongeveer 23.000 man te verdedigen. Het Nederlandse leger was slecht bewapend en getraind. Toch werd er nog drie dagen lang gevochten. Toen Rotterdam werd gebombardeerd en de Duitsers dreigden meer steden te bombarderen moest het Nederlandse leger de strijd opgeven. Het Militair Ereveld Grebbeberg is de laatste rustplaats van veel Nederlandse soldaten die in de meidagen van 1940 sneuvelden.

IJskelder Heimerstein

Vlak tegenover landgoed Heimerstein bevinden zich nog de resten van een ijskelder (1909). Toen er nog geen koelkasten waren, werden ’s winters uit de vijver grote stukken ijs gehakt. Deze ijsblokken werden bewaard tussen stro in de ijskelder. Hiermee kon men de hele zomer levensmiddelen koelen. De toenmalige Rhenense huisarts dokter Waller gebruikte het ijs dat bij Heimerstein in de ijskelder lag ook wel eens voor zijn patiënten. Nu wordt de ijskelder vaak als overwinteringplaats gebruikt door vleermuizen.

De Grebbesluis
De Grebbesluis was vroeger een belangrijk onderdeel van de Grebbelinie, een verdedigingslinie tussen de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe. De linie werd aangelegd in de 18de eeuw. Bij de Grebbesluis kon water uit de Nederrijn ingelaten worden waardoor een groot gebied, tot de Slaperdijk bij Veenendaal, onder water werd gezet.

Rond de sluis werden in 1940 felle gevechten geleverd en de sluis werd ook opgeblazen. Tegenwoordig heeft de sluis een heel andere functie. Door inlaat van water uit de Nederrijn door de Grebbesluis kan het zuidelijke deel van de Gelderse Vallei van beregeningswater worden voorzien. Dit water stroomt via het Valleikanaal naar Amersfoort.

Vistrap
De Grift, ook wel Valleikanaal genoemd, loopt van de Nederrijn bij Rhenen naar de Eem in Amersfoort. Het kanaal werd rond 1480 in opdracht van de Utrechtse bisschop David van Bourgondië gegraven om de in Veenendaal gestoken turf naar de Rijn te kunnen afvoeren. Het kanaal volgt deels de kronkelende loop van het vroegere veenriviertje de Kromme Eem en vertoont daarom aan de zuidkant opvallend veel bochten. Tegenwoordig is deze watergang belangrijk voor de natuur. Het Waterschap heeft de oevers minder steil gemaakt zodat meer planten en dieren zich langs en in het water kunnen vestigen. Ook aan de vissen die in de Grift leven is gedacht. In het water liggen verschillende stuwen, die een obstakel vormen voor de vissen vanwege het hoogteverschil. Daarom heeft het waterschap bij alle stuwen in de Grift een vistrap aangelegd. Een vistrap overbrugt het hoogteverschil van de stuw in kleine stapjes, zodat de vis toch gemakkelijk omhoog kan zwemmen.

Achterbergse hooilanden
Langs de Grift liggen graslanden die eeuwenlang last hebben gehad van een hoge grondwaterstand. Tot aan de Tweede Wereldoorlog waren dit natte blauwgraslanden met veel orchideeën, plaatselijk afgewisseld door wilgenstruwelen. Ze waren zo nat, dat de Achterbergse boeren hier slechts één keer per jaar kwamen om te hooien. Na 1945 heeft men de grondwaterstand iets laten zakken. De grond is nog steeds niet zo geschikt om te beweiden door koeien, want de bodem wordt dan te veel in elkaar gedrukt. Op stukken waar toch koeien hebben gelopen, ontstaan nu geregeld waterplassen. Er groeien planten die kenmerkend zijn voor slecht doorlaatbare schrale grond, zoals pitrus en heermoes. In de hooilanden broeden de grutto, kievit en tureluur. En ook de ooievaar is hier al jaren een vaste gast.

De Kampen
Ten noorden van Achterberg ligt het gebied De Kampen. De naam verwijst naar het kampenlandschap dat is ontstaan bij het bewoonbaar maken van het land. Een kampenlandschap bestaat uit verspreid liggende boerderijen met omringend bouwland, vaak onregelmatig gevormd. De kavels in het gebied zijn echter helemaal niet zo onregelmatig gevormd: de breedte is ongeveer 37,5 meter. Dit is precies 10 keer de oude maat die bekend staat als de Rijnlandsche roede. Dit is opvallend omdat deze middeleeuwse maat bijna niet in deze omgeving voorkomt. In het gebied lagen in het verleden een groot aantal brede houtkades, die de perceelgrenzen aangaven. Ten noorden van de Snijdersteeg kunt u die nog zien. Daarnaast is in het gebied veel mooie flora te vinden. Zo kunt u in de bermen langs de Snijdersteeg onder andere moerasspirea, IJskelder van landgoed Heimerstein grote kattenstaart en harig wilgenroosje tegenkomen.

Startpunt: parkeerplaats Nieuw Schoneveld, Achterberg of Restaurant Cunera, Grebbeweg 1, Rhenen
Openbaar vervoer: Bushalte Herenstraat/ Station Rhenen