Doneer Vrijwilligers
Klompenpad van de maand

Het Jufferpad

Jufferpad

De Utrechtse bodem op z'n best beleven doe je tijdens een wandeling over een van de 34 Klompenpaden in de provincie. Over de Heuvelrug, door de Gelderse Vallei, door Eemland of in de Kromme Rijnstreek, Klompenpaden vind je overal. Elk pad heeft zijn eigen karakter en verhalen. Hierover vertellen we op deze pagina. Deze maand: Het Jufferpad.

Het Jufferpad (16 km)

Op dit Klompenpad ontdek je het mooie buitengebied van Renswoude en Veenendaal. Het Jufferpad is extra speciaal omdat dit het 100ste Klompenpad is. Het werd geopend in 2017.

Het startpunt ligt op het Fort aan de Buursteeg. Dit fort is aangelegd in 1786 en maakt deel uit van de Grebbelinie. In 1846 is de Rijnspoorweg van west naar oost door het fort aangelegd. Van noord naar zuid doorkruist de Slaperdijk het fort. Na een overstroming in 1651 tussen Amerongen en Renswoude werd ver van de rivier af en midden in het land deze reservedijk aangelegd. Helaas bleek in 1855 de Slaperdijk ook niet bestand tegen het water en was er een grote watersnoodramp. De Slaperdijk heeft nog steeds de functie om een overstroming door een dijkdoorbraak bij de Grebbeberg te vertragen.

Wat is er onderweg te zien?

Het landschap
Het landschap in de Gelderse Vallei is gevormd door twee ijstijden. In de voorlaatste ijstijd ploegde een gletsjer van noord naar zuid en stuwde de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe voor zich uit. Onderaan deze gletsjer ontstonden onze grote rivieren. In de laatste ijstijd kwam het ijs niet meer zo ver naar het zuiden. Door de wind ontstonden er dekzandruggen van west naar oost. Door deze dekzandruggen werd de afvoer van regenwater belemmerd en ontwikkelden zich moerassen. Op de dekzandrug langs de Lunterse Beek en op de Emminkhuizerberg vestigden zich de eerste landbouwers. Vanaf deze ontginningskampen werden de lagere delen van Renswoude ontgonnen.

Vanaf de 18de eeuw werd de Grebbelinie ingericht door dijken en kades op deze dekzandruggen te leggen, maar de basis was dus al gelegd door de natuur.

Nieuwe landgoederen
Tussen de dorpskern van Renswoude en het historische landgoed Scherpenzeel zijn 3 nieuwe en moderne landgoederen ontwikkeld: Klein Wolfswinkel, Wittenoord en Groot Abbelaar. Hiermee is de landbouw op deze locaties omgevormd tot een groene zone langs het dorp met moderne bebouwing en historische landschapselementen. Het gebied is een schoolvoorbeeld voor het zogenaamde coulissenlandschap. Kleine landschapselementen als bomenrijen en bosjes zorgen voor een afwisselend landschap dat rijk is aan natuur en waar diverse dieren zich thuis voelen. Zo broeden op Groot Abbelaar kieviten, komen er dassen voor op Klein Wolfswinkel en komen reeën graag op Wittenoord.

Dassenburchten
De das is een echte bouwmeester. Dassen wonen in burchten, riante onderaardse kastelen, die wel 4 km lang kunnen zijn. Het liefst bouwen ze hun burcht in het agrarisch cultuurlandschap, zoals kenmerkend is voor het buitengebied van Renswoude. De das is actief in de schemer en nacht en is vrij luidruchtig met kenmerkend geknor. Door het lawaai eet de das geen snelle dieren, maar regenwormen aangevuld met bessen en maïs. Na het dieptepunt in het aantal dassen in 1980 in Nederland, gaat het dankzij actieve bescherming weer beter. De das komt in de schemer en ‘s nachts uit de burcht om voedsel te zoeken.

Laat het water stromen
De Lunterse Beek stroomt van Lunteren langs Renswoude en mondt uit in het Valleikanaal. Ter hoogte van de landgoederen Klein Wolfswinkel en Engelaar heeft Waterschap Vallei en Veluwe de Lunterse Beek heringericht. De landschappelijke beleving is door de natuurlijke inrichting van de beek sterk verbeterd. In de zomer is de beek smal waardoor het langer blijft stromen en door de brede overstromingsvlakte kan de beek nog altijd hoge regenwaterpieken afvoeren. In deze beek leven veel bijzondere dieren zoals de weidebeekjuffer, de ijsvogel en het bermpje.

Van schaap naar koe
Tot de komst van kunstmest aan het eind van de 19de eeuw was het schaap de belangrijkste producent van mest. Dat was toen een schaars product. Schaapskooien werden gebouwd om maar zoveel mogelijk van deze kostbare grondstof op te vangen voor de graanakkers. De hei werd afgeplagd en werd in de kooi door de schapenpoten vermengd met de mest.

Wol was een bijproduct, maar zorgde wel voor werk in het dorp. Vanaf de aanleg van de Rijnspoorweg kon goedkoop graan aangevoerd worden en kwam er een einde aan de graanbouw. Aan het begin van de 20ste eeuw werden de meeste heidevelden omgezet in weilanden en werden de schapen vervangen door melkkoeien. En daarom ging men op de akkers veevoer verbouwen.

Vrijvrouwe van Renswoude
Maria Duyst van Voorhout was een sociaal bewogen Vrijvrouwe van Renswoude. Ze hield van een pijpje roken en was zeer geïnteresseerd in de wetenschap. Anthonie van Leeuwenhoek logeerde regelmatig op kasteel Renswoude. Begin 18de eeuw liet Maria het Grand Canal graven waarmee zij tientallen werklozen aan een inkomen hielp. Toen zij op 92-jarige leeftijd kinderloos overleed, stierf met haar de familie Van Reede van Renswoude uit. De titel Heer van Renswoude ging toen over op de familie Taets van Amerongen. Maria bestemde een groot deel van haar nalatenschap voor drie op te richten fundaties in Den Haag, Utrecht en Delft. Deze Fundaties van Renswoude gaven hoger beroepsonderwijs aan weesjongens van 15 jaar en ouder. De fundaties bestaan nog steeds, maar nu als verstrekkers van studiebeurzen en leningen.

De Emminkhuizerberg
Hoewel de Emminkhuizerberg maar 15 meter hoog is, is het toch erg opvallend in het landschap. Margaretha van Culemborg, Vrouwe van Renswoude in de 16de eeuw, vond de berg waarschijnlijk ook een geschikte plek om te wonen. Want het huis Emminkhuizen lag boven op de berg. Het huis staat er tegenwoordig niet meer. In de omgeving van het huis zal Margaretha vast veel hebben rondgewandeld, want zij werd vernoemd in de Juffersdijk, de Juffersluis en de Juffrouwwijk. De Juffrouwwijk was een kanaaltje dat om de Emminkhuizerberg naar de Roode Haan bij Veenendaal liep.

Meeuwenkampje
Aan beide zijden van het spoor ligt het beschermde natuurgebied Meeuwenkampje. Door de venige bodem , de lage ligging en de verdroging van de Gelderse Vallei komen hier zeldzame planten en dieren voor. Het Meeuwenkampje wordt dan ook gezien als één van de belangrijkste natuurparels in de Gelderse Vallei. Door de venige bodem is het gebied altijd gebruikt als hooiland, waardoor er nu bijzondere en waardevolle planten groeien, zoals klokjesgentiaan, grote muggenorchis, ronde zonnedauw en dopheide. Schaapskooien herinneren nog aan de tijd dat hier veel schapen werden gehouden.

www.klompenpaden.nl/jufferpad