Breid het areaal laagveenmoerassen uit door gebieden samen te voegen en nieuwe laagveenmoerassen te ontwikkelen.
> Samenvoeging van verbrokkelde peilvakken maakt de laagveenmoerassen robuuster.
> Alle verlandingsstadia van het laagveen zijn aanwezig waardoor de biodiversiteit toeneemt.
Verminder vermesting en verzuring van laagveenmoerassen.
> Aangetaste laagveenmoerassen worden 'teruggezet' naar jongere verlandingsstadia.
> Lokaal ontwikkelt zich weer jong hoogveen.
Benut schoon kwelwater en neerslagwater.
> Een hoger en variabel waterpeil zorgt ervoor dat moerassen schoon grondwater en neerslagwater beter vasthouden.
> Peilschommelingen bieden kansen voor vogels als rallen, reigers en rietzangvogels.
Win grondwater benedenstrooms van de wetlands.
> Kwelvoeding van de moerassen wordt niet langer gebruikt voor grondwaterwinning en beregening.
>Het water kan zo eerst zijn werk doen in de natuurgebieden.
Stop de bodemdaling en peilverlaging rond de laagveenmoerassen.
> Laaggelegen gebieden rond de moerassen (veenweiden) worden als overgangsgebied beheerd.
> De waterpeilen zijn blijvend hoog zodat er geen water meer wordt onttrokken aan de laagveenmoerassen.
Zorg voor natuurlijke overgangen naar de flanken van de heuvelrug.
> Stimuleer migratie van dieren door verbindingszones aan te leggen tussen droge en natte leefgebieden.
Wijs recreatiezones aan in het laagveenmoeras.
> Zorg voor een scheiding tussen recreatieve functies en natuur.
Ontwikkel (nieuwe) moerasbossen.
> Moerasbossen zijn relatief gemakkelijk te ontwikkelen en kunnen zo een bijdrage leveren aan de Utrechtse bossenstrategie.
Maak de waterlinie beter ‘leesbaar’ in het landschap.
> De waterlinie is in essentie een moeraslinie. Door gericht natuurherstel in de Oostelijke Vechtplassen kan dit weer beter zichtbaar worden in het landschap.