Doneer Vrijwilligers
Utrechtse Heuvelrug

Een gezond bos-ecosysteem in topconditie

Utrechtse Heuvelrug in 2050

Op de Utrechtse Heuvelrug is de balans tussen de verschillende ecosystemen hersteld. Het gehele systeem vormt in 2050 een onmisbare bron van zuivere lucht en gezond grondwater. Op de Utrechtse Heuvelrug zelf vinden we bossen met een rijke variëteit aan boomsoorten, afgewisseld met heidegebieden, stuifzanden, droge graslanden en vennetjes. De stikstofneerslag is vrijwel tot nul teruggebracht. Voor verstoringsgevoelige diersoorten zijn er speciale rustgebieden ingericht. Het infiltratievermogen van de zuiverende zandgrond voor regenwater is toegenomen en draagt bij aan een robuust bodem- en watersysteem. Op de flanken van de stuwwal leidt het langer vasthouden van water en het herstel van de kweldruk tot een biotoop voor bijzondere planten en dieren.

BOS

De Utrechtse Heuvelrug is rijk aan gevarieerde, gemengde bossen met open, droge terreinen, nattere delen en overgangsgebieden (gradiënten). Het bos-ecosysteem functioneert goed als leef gebied voor vele soorten flora en fauna, waarbij vogels en (grote) zoogdieren eruit springen.

De wolf bezoekt de bossen incidenteel. Buitenplaatsen en landgoederen, vaak op de flanken, voegen een eigen biotoop toe.

TOEKOMSTPERSPECTIEF (2050)
De Utrechtse Heuvelrug (stuwwal) is altijd de grote watermachine (waterreservoir) van de provincie Utrecht geweest: regenwater infiltreert in de zandbodem en vult zo na enige tijd de grote, grondwaterbel aan. Dat ondergrondse water is van essentieel belang voor de zoetwatervoorraad, maar ook voor de lager gelegen gebieden waar het opwelt als schoon kwelwater van uitmuntende kwaliteit.

De watermachine van de Utrechtse Heuvelrug werkt in onze tijd niet meer. Er infiltreert te weinig water om de ondergrondse waterbel aan te vullen. Ook wordt het (regen)water op de flanken te snel afgevoerd. 

 

Dit leidt tot verdroging van de grond en tot uitputting van de (zoete) grondwatervoorraad. Een ander probleem waar de Utrechtse Heuvelrug mee te maken heeft, is verzuring, vermesting en vergiftiging van de bos en heidebodems. Een gezond water- en bodemsysteem is voor de bossen, het op een na grootste bosgebied van Nederland, van groot belang. Voldoende schoon (hang)water, is voor bomen en andere planten een levens vereiste.

Klimaatverandering drukt ons met de neus op de feiten: we moeten op een andere manier met dit kostbare water en onze bossen omgaan. Droogte, beperkte infiltratiemogelijkheden, snelle waterafvoer en waterwinning vragen om aandacht. Systeemherstel betekent voor de Utrechtse Heuvelrug in essentie dat de watermachine weer soepel draait en dat vervuilingsbronnen worden opgeheven.

Dat is een belangrijke sleutel voor een compleet stuwwalecosysteem met benutting van volledige landschapsgradiënten. De ruggengraat van dit ecosysteem wordt gevormd door grotere boscomplexen, met jong én oud gemengd bos, met een groot aandeel inheems loofbos en een levende bosbodem.

DROGE EN NATTE HEIDE

Het besloten boslandschap van de Utrechtse Heuvelrug wordt op een aantal plekken onderbroken door open heideterreinen en (restanten) van stuifzanden. Het grootste stuifzandcomplex waar het zand nog enigszins vrij kan stuiven zijn de Lange en Korte Duinen.

Natte heide komt voor op plekken met een ondoordringbare bodemlaag of plekken waar het zand diep is weggestoven. Daar vind je soms vennen, die in een zwerm verspreid over de Utrechtse Heuvelrug liggen. Deze parels van biodiversiteit gaan in kwaliteit snel achteruit door grote schommelingen van het grondwaterpeil en verzuring door stikstofdepositie.

TOEKOMSTPERSPECTIEF (2050)
Een vitaal heidelandschap draait om meer dan alleen 'paarse heide': alle ontwikkelingsstadia van het kruidenrijke heidelandschap moeten aanwezig zijn, van kaal zand tot structuurrijke oude heide.

 

Het zoemt er van de insecten, het ritselt van de zonnende reptielen en een groot scala aan zang- en roofvogels maakt gebruik van het open landschap en de geleidelijke overgangen naar het bos. Door afname van de stikstofuitstoot zijn eutrofiërende en verzurende effecten sterk verminderd.

De droge heideterreinen op de militaire oefenterreinen van Hart van de Heuvelrug zijn intact en worden goed beheerd. Via corridors en vlinderbanen zijn de afzonderlijke terreinen met elkaar verbonden. In de natte heideterreinen is het grondwaterpeil in de zomer voldoende hoog, zodat er geen verdroging optreedt.

Dit kleinschalige mozaïek van gewone dophei, open, zandige stukken, kruidenrijke vegetaties, kleine vennetjes en vennen, is een aantrekkelijk leefgebied voor soorten als de levendbarende hagedis.

DROGE SCHRAALLANDEN, AKKERS EN ENGEN

Op de zandige zuidhellingen van de stuwwal en in zandgroeves komen bijzondere vegetaties voor die alleen groeien op voedselarme zandbodems: de droge schraallanden. Het grootste schraallandcomplex van de provincie is de Vliegbasis Soesterberg: een refugium voor zeldzame soorten als de veldleeuwerik, kommavlinder en allerlei zandbijen.

Een deel van de historische engen, o.a. op de flanken, is in gebruik als (natuur)akker met bedreigde akkerkruiden en de insecten die daarvan afhankelijk zijn.

TOEKOMSTPERSPECTIEF (2050)
Samen met het bos en de heideterreinen, vormen de schraallanden en (natuur)akkers een gezond boslandschap.

 

Rust, ruimte en voedsel zijn gegarandeerd. De kruidenrijke natuurakkers, met een veelheid aan graanrassen, zijn voedselleverancier voor insecten, (akker)vogels en kleine zoogdieren. Omdat de bodem van de schraallanden niet meer belast wordt door een te veel aan voedingsstoffen, komen voedselarme plantensoorten hier tot hun recht.

Vliegbasis Soesterberg functioneert als kraamkamer: soorten verspreiden zich van hieruit via faunapassages en ecologische verbindingen over de Utrechtse Heuvelrug. Alle biotopen vullen elkaar aan, zodat er overal ruimte is voor planten en dieren om zich voort te planten, te verspreiden, te broeden, op te groeien, te spelen, te rusten, foerageren, jagen en sterven.

NATTE FLANKEN

In het overgangsgebied van de Utrechtse Heuvelrug naar de lager gelegen gebieden liggen de buitenplaatsen van de Stichtse Lustwarande; buitenplaatsen die het voorhanden kwelwater benutten voor (de aanleg van) sprengen en slingerende vijverpartijen.

Hier liggen kansen voor kwelgevoede graslanden en broekbossen. Door de snelle waterafvoer worden die bij het huidige water beheer momenteel niet benut. Op de flanken liggen ook belangrijke verbindingen naar nog nattere natuur, op de klei en in het veen. Deze verbindingen zijn nu nog afgesneden. Voor sommige, (grotere) dieren is het herstel van deze verbindingen heel belangrijk omdat op deze wijze een vergroting van hun leefgebied ontstaat.

 

TOEKOMSTPERSPECTIEF (2050)
Meer infiltratie en het langer vasthouden van (kwel)water is een speerpunt. Door herinrichting van het watersysteem, waarbij de afvoersnelheid wordt verminderd, kan het gebufferde grondwater beter worden benut door de natuur. Dat biedt kansen voor een mozaïek van natte hooilandjes, vochtige (broek)bossen en schone sloten met soortenrijke oevers.

De natte flanken zijn onderdeel van het herstel van de natuurlijke 'watermachine' en functioneren als spons: water wordt langer vastgehouden en verdroging wordt zo tegengegaan. Natuurverbindingen op de flanken zijn hersteld, denk bijvoorbeeld aan de Elster Buitenwaarden.

ONTWIKKELKANSEN

Maak het bodem- en watersysteem leidend.
> Benut alle gradiënten in bodem en water.
> Verminder stikstofdepositie (eutrofiëring en verzuring).

Stop nieuwe drinkwaterwinning(en) uit grondwater.
> Stap over naar drinkwaterwinning uit oppervlaktewater (rivieren).

Vorm eentonige naaldbossen om naar gevarieerde en gemengde loofbossen.
> Zorg voor alle levensstadia van een gezond bosecosysteem.

Houd regenwater (langer) vast in de bovenstroomse inzijggebieden.
> Vergroot de sponswerking.
> Verminder snelle afstroming.

Zorg voor een robuuste ecologische verbindingszone tussen de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe.
> Leg een ecoduct aan bij Terschuur.

Richt rustgebieden in voor dieren.
> Wijs recreatieve zones aan en zorg voor recreatieve routes (In lijn met het provinciaal Programma Groen Groeit Mee).
> Zorg voor uitbreiding van bos in de rustgebieden.