Doneer Vrijwilligers

De bijenruiter biedt bestuivers het hele jaar door nestgelegenheid

Nestgelegenheid voor wilde bijen en solitaire wespen kan in natuurgebieden een uitdaging zijn. Het onderkomen voor de insecten als riet, braam en andere merghoudende planten worden in het najaar weggemaaid. Deze planten zijn juist belangrijk voor insecten die in de winter in deze stengels overleven. Binnen het project Hollandse Bijenlinie worden op terreinen van Staatsbosbeheer bijenruiters geplaatst om te kijken of dit een tussenoplossing kan bieden.

Waarom vernietigt maaien de nestgelegenheid?
Elke zweefvlieg, bij of wesp heeft zijn eigen levenswijze. Gegeneraliseerd gesproken komt een bestuiver uit zijn overwinteringsplek gekropen in het voorjaar of zomer. Zij paart dan met de aanwezige mannetjes die ook hebben overwinterd, en de dames maken solitair, dus zonder hulp, nestcelletjes waarin ze hun nageslacht als eitje in leggen. Zo’n nestcel bestaat bij bijen uit stuifmeel en één eitje, dat vervolgens dicht gemetseld of geplakt wordt, om vervolgens aan de volgende nestcel te beginnen. De ranonkelbij doet dit bijvoorbeeld in meerjarig dood riet. Bepaalde solitaire wespen, zoals dikkopwespen, maakt juist weer een nestje in bramen.

De eitjes ontwikkelen zich en eten van het aanwezige voedsel. Daarna komen ze in een ruststand en zitten de winter uit. Wachtend op het volgende jaar in die ene riet- of braamstengel. Maai je dus deze vegetatie af, dan vernietig je het nageslacht. Het overlaten staan van de vegetatie is dus essentieel om elk jaar weer insecten in je gebied te hebben. Er is veel aandacht voor bloemen als voedsel, maar huisvesting in de winter wordt daarbij vaak vergeten.


Maaien is nodig om verruiging te voorkomen
Braam, riet en andere merghoudende stengels staan vaak in ruige delen van natuurgebieden. Vanwege bijvoorbeeld een verschralingsbeleid of verplichte doorstroom van je water, worden deze planten vaak in het najaar, meestal in oktober voor het natte seizoen, weggemaaid. In vele gevallen wordt in één klap alles weggehaald. Er blijft dan dus geen enkele huisvesting van deze soorten over.

De bijenruiter is er altijd
Binnen het project Hollandse Bijenlinie gaan we bijenruiters plaatsen en testen. De verwachting is dat de bijenruiter een tussenoplossing kan zijn voor het aanbieden van nestgelegenheid dat in de winter altijd aanwezig blijft. Dit bouwwerk wordt gevuld met allerlei plantenmateriaal dat geschikt is voor bestuivers, en wordt geplaatst in het terrein waar er gemaaid móét worden. Het idee achter de bijenruiter is dat je er vele soorten insecten mee bedient, o.a. bijen, hommels en wespen.

Het idee is afgeleid van de muizenruiter. Dit type bouwwerk is een bekende maatregel dat wordt gemaakt voor het verhogen van de aanwezigheid van muizen (vaak met oog op roofvogels), omdat muizen daar een nestgelegenheid in vinden. De muizenruiter wordt meestal volledig gevuld met grasmaaisel. De bijenruiter wordt juist gevuld met verschillende materialen die geschikt zijn voor bestuivers. Het is een soort tipi, gevuld met allerlei materialen, die op een zonrijke plek wordt gezet. De bouwvorm en locatie vertragen de compostering zodat de materialen geschikt blijven voor huisvesting. Door de vier zijdes van het bouwwerk, heeft elke kant zijn eigen microklimaat: van extreem zon beschenen op de zuidkant, tot schaduwrijk aan de noordkant. Dit versterkt het potentieel voor verschillende soorten.

Andere bezoekers
Doordat de onderste laag gevuld is met gras, blijft de bijenruiter ook geschikt voor muizen. Amfibieën, reptielen, egels of kleine marterachtigen kunnen eveneens schuilplaats vinden in de eerste laag. Daarnaast wordt het bouwwerk gebruikt als opwarmplaats door libellen en vlinders. De insecten houden de uitstekende stengels vast om lekker op te warmen in de zon. Libellen gebruiken het bouwwerk eveneens als jachtpost: ze rusten op een stengel en houden het gebied goed in de gaten voor een prooi.

Ik wil ook een bijenruiter!
Een bijenruiter kan je eenvoudig zelf maken. Download hieronder het bouwplan. Als je er eentje hebt neergezet, dan komt Landschap Erfgoed Utrecht graag kijken of het bouwwerk het gewenst effect heeft. Hiervoor kun je contact opnemen met Wouke Willemijn van Hees, w.vanhees@landschaperfgoedutrecht.nl.